Een latente AB-claim representeert het recht van de Nederlandse Staat op een deel van de winstreserves van een vennootschap als er sprake is van een aanmerkelijk belang. In dat geval heeft de Staat door middel van belastingheffing (AB-heffing) recht op een deel van de winstreserves van de vennootschap als die worden uitgekeerd aan of bij verkoop van de aandelen ten gunste komen van de aanmerkelijkbelangaandeelhouder. Van een aanmerkelijk belang is kort gezegd sprake als iemand minimaal vijf procent van de aandelen houdt in een bv of nv. In de praktijk gaat het vaak om situaties waarin een directeur-grootaandeelhouder (dga) 100% van de aandelen houdt in een bv.
De latente AB-claim wordt niet op de gewone balans van de vennootschap opgenomen. In de toelichting op de balans wordt daar ook geen melding van gemaakt. Dat is ook juist omdat de latente AB-claim niet voldoet aan de wettelijke criteria voor opname op de balans of vermelding in de toelichting. In de gewone jaarverslaggeving volgens titel 9 Boek 2 BW is er geen plaats voor de latente AB-claim.
Maar als we een economische balans van de vennootschap opstellen, wordt de latente AB-claim wel zichtbaar. Een economische balans is een balans waarop alle activa en passiva voor de economische waarde worden opgenomen. Op een economische balans staan geen individuele bedrijfsmiddelen zoals op een gewone balans. Op een economische balans wordt de onderneming als geheel in een post voor de economische waarde opgenomen. Andere bedragen die je kunt tegenkomen op een economische balans onder de activa zijn bijvoorbeeld een beleggingsportefeuille tegen marktwaarde en het overschot aan liquiditeiten. Onder de passiva worden de rentedragende schulden opgenomen tegen actuele waarde (zoals door Backhuijs en Labohm beschreven) en de latente AB-claim. De sluitpost is de economische waarde van het eigen vermogen. Dat is het bedrag dat bij verdelingsvraagstukken verdeeld moet worden.
Zo’n economische balans kan er dan bijvoorbeeld als volgt uitzien (2) als de AB-claim direct moet worden afgerekend.
Onderneming 4.000 Eigen vermogen 3.000
……………………………………………..Latente AB claim 1.000
Uit deze economische balans blijkt dat de onderneming voor € 1.000 wordt gefinancierd door de latente AB-claim. Het geld van de latente AB-claim is belegd in de onderneming. Het rendement over dat vermogen komt grotendeels ten gunste van de aandeelhouder, namelijk 75%. De andere 25% gaat vroeg of laat naar de Belastingdienst. Het afstorten van de AB-claim kan op verschillende manieren gefinancierd worden. Maar voor het gemak ga ik er nu vanuit dat het geld uit de onderneming wordt vrijgemaakt. Daarna ziet de balans er dan zo uit.
Onderneming 3.000 Eigen vermogen 3.000
Door afstorting van de AB-claim krimpt de onderneming met 25% en daalt het rendement ook met 25%. Als de AB-claim niet wordt afgestort moet die op de economische waarde worden gewaardeerd. Dat is de contante waarde van de verwachte toekomstige kasstromen die aan de latente AB-claim zijn toe te wijzen.
Stel nu dat de latente AB-claim nog vijf jaar meegaat. Het rendement over de AB-claim bedraagt dan 20% (kostenvoet eigen vermogen) ofwel € 200 per jaar. Dit rendement wordt jaarlijks uitgekeerd als dividend. Na vijf jaar wordt de AB-claim van € 1.000 afgestort bij de Belastingdienst. De vermogenskostenvoet van de AB-claim bedraagt 5% omdat van het rendement van 20% maar een kwart naar de belastingdienst gaat. De Staat krijgt niet het volle rendement als dividend, alleen de belasting daarover. Van elke € 200 rendement krijgt de Staat maar € 50. De economische waarde (contante waarde) van de latente AB-claim is dan in dit geval als volgt te berekenen.
(1)
In de teller staan de bedragen die naar de Staat gaan. Het deel dat toekomt aan de aandeelhouder laat zich als volgt berekenen.
(2)
In de teller staat het bedrag dat jaarlijks naar de aandeelhouder gaat. Bij elkaar zijn deze twee contante waarden natuurlijk weer gelijk aan € 1.000.
In dit geval ziet de economische balans er dan als volgt uit.
Onderneming 4.000 Eigen vermogen 3.449
………………………………………….CW latente AB claim 551
Het te verdelen vermogen bedraagt dan € 3.449. De contante waarde van de latente AB-claim bedraagt in dit geval dan 55,1% van de nominale waarde. In de rechtspraak wordt de waarde van de latente AB-claim vaak uitgedrukt als een fractie van de winstreserves. In dit geval is dat dan 13,78% van de winstreserves van € 4.000.
Een vergissing die weleens gemaakt wordt, is dat men denkt dat de latente AB-claim alleen rendeert voor de Nederlandse Staat. Maar het grootste deel van het rendement over de latente AB-claim gaat toch echt naar de aandeelhouder. Als het echt zo was dat de latente AB-claim alleen rendeert voor de Nederlandse Staat dan zou je als de wiedeweerga naar de bank moeten rennen voor een lening om de latente AB-claim af te storten. Daarmee is dan veel geld te verdienen. Maar dat doet niemand. Men weet wel beter.
De latente AB-claim lijkt qua karakter veel op eigen vermogen. Er is geen verplichting tot betaling van rente en aflossing. Er hoeven ook geen zekerheden gesteld te worden. De verschaffer van het vermogen van de latente AB-claim is gerechtigd tot een deel van de winst en deelt ook mee in verliezen. Maar anders dan een echte aandeelhouder krijgt de verschaffer van de latente AB-claim geen dividend. Hij krijgt alleen de belasting over het dividend dat naar de aandeelhouder gaat. De vermogenskostenvoet van de AB-claim bedraagt daardoor maar 25% van de vermogenskostenvoet van het eigen vermogen.