Wat is uw bedrijf waard?
Het duurt meerdere jaren om uw onderneming verkoopklaar te maken
Wat is uw bedrijf waard?
Meer inzicht in bedrijfswaardering
Als ondernemer bent u gewend om snel te reageren op veranderende omstandigheden. Echter, als u in de toekomst uw bedrijf wilt verkopen, neemt het vaak meerdere jaren in beslag om de onderneming ‘verkooprijp’ te maken. Ook andere situaties vragen om een meer diepgaande analyse: acquisities, reorganisaties, fikse investeringen, fusies, het aantrekken van extra financiering en het berekenen van schadeclaims. Bij al deze veranderingen staat de vraag naar de economische waarde centraal.
Waarderen
Bij het waarderen van zakelijke belangen staan verwachte geldstromen centraal. Er dienen uitspraken te worden gedaan over de toekomst. Aangezien wij geen kennis over die toekomst hebben, baseren wij uitspraken over de toekomst op onze ervaringen uit het verleden. Essentieel is dan ook dat we de onderneming en de markt waarin zij opereert grondig bestuderen en de historische ontwikkelingen analyseren. Vervolgens kunnen we met de verworven kennis over het verleden trachten een uitspraak te doen over de toekomst. Er is geen enkele garantie dat verwachtingen ook uitkomen. We kunnen hooguit beoordelen of de verwachtingen redelijk zijn, gezien de actuele omstandigheden van de markt en de onderneming en onze ervaringen uit het verleden. Daarmee raken we de kern van het waarderen: verwachtingen zijn subjectief en onzeker. Er bestaat dus ook geen ‘objectieve’ waarde.
Intrinsieke waarde en rentabiliteitswaarde
In de mkb-praktijk wordt vaak gebruik gemaakt van de zogenaamde intrinsieke en rentabiliteitswaarde.
Intrinsieke waarde
De intrinsieke waarde is de boekhoudkundige waarde van het eigen vermogen al dan niet gecorrigeerd voor stille reserves.
Het is echter niet de boekwaarde van de activa die bepalend is voor de waarde van de onderneming, maar de verwachte geldstromen die met die activa worden gegenereerd. Voor sommige ondernemingen en onder bepaalde omstandigheden kan de intrinsieke waarde een aardige indicatie geven van de economische waarde van het eigen vermogen. Te denken valt aan een vastgoedonderneming, waarbij het vastgoed in de balans gewaardeerd is op de marktwaarde. In dat voorbeeld zal de contante waarde van die verwachte geldstromen niet ver afliggen van de marktwaarde van die activa. In de meeste gevallen is de kans echter groot dat de intrinsieke waarde in het geheel niet indicatief is voor de economische waarde. De intrinsieke waarde is dus veelal geen geschikte waarderingsmethode.
Rentabiliteitswaarde
In feite is deze methode een complexere uitwerking van de vuistregel ‘zes keer de winst’. De factor ‘zes’ is de ‘kapitalisatiefactor’ die wordt vermenigvuldigd met een genormaliseerde winst.
Winst is een algemeen begrip voor het meten van de prestaties van een onderneming. Van belang is te beseffen dat de beginselen die bepalend zijn voor de winst, zoals het voorzichtigheidsbeginsel, het realisatiebeginsel en het toerekeningbeginsel, ertoe leiden dat ‘winst’ en ‘geld’ in een periode niet meer gelijk zijn. Winst heeft daarom geen tijdwaarde en kan daarom ook niet worden gedisconteerd (gekapitaliseerd). Voor een waardering van een onderneming kan onder meer om die reden ook niet worden uitgegaan van winst.
Voorts is de bij deze methode te hanteren kapitalisatiefactor uiterst moeilijk te berekenen. Een andere beperking is dat de methode uitgaat van slechts één winstcijfer dat representatief moet worden geacht voor de gehele toekomst. In veel situaties is dat uitgangspunt te simplistisch.
De DCF methode
De bezwaren tegen de traditionele waarderingsmethoden zijn:
we dienen uit te gaan van verwachte geldstromen en niet van winst;
in de meeste situaties zal de geldstroom niet elk jaar hetzelfde zijn, we kunnen dus niet uitgaan van één cijfer maar zullen meerdere jaren dienen te schatten;
we hebben te maken met onzekerheid die we in de waardering tot uitdrukking dienen te brengen.
Een waarderingsmethode die aan de genoemde bezwaren tegemoet komt, is de zogenaamde Discounted Cash Flow (DCF)-methode. Deze is gebaseerd op verwachte geldstromen voor de komende jaren die worden uitgedrukt in de waarde van vandaag door ze te disconteren. Met het risico dat nu eenmaal inherent is aan het maken van schattingen, wordt meestal rekening gehouden bij het bepalen van de disconteringsvoet. Dit risico is mede afhankelijk van het soort bedrijf dat u uitoefent. Als u bijvoorbeeld een startend internetbedrijf bent, is de kans dat de verwachtingen anders uitpakken dan u had verwacht groter dan wanneer u uw positie in de markt al heeft bewezen.
Stap 1: opstellen prognoses
De eerste stap is dat u prognoses dient te maken van de verwachte omzet, kostprijs, kosten, afschrijvingen, etc. Dit resulteert in geprognosticeerde winst- en verliesrekeningen voor een aantal jaren. Daarnaast dient ook een prognose te worden gemaakt van de verwachte investeringen in vaste activa en van de verwachte ontwikkelingen in het werkkapitaal (debiteuren, voorraden, crediteuren, etc). Dit resulteert in geprognosticeerde balansen. Van belang is uiteraard de juiste samenhang tussen beide. Een verwachte groei van de omzet zal meestal gepaard gaan met investeringen in vaste activa en/of werkkapitaal. Uit de geprognosticeerde winst- en verliesrekeningen en balansen kunnen nu vrij eenvoudig de verwachte vrije geldstromen worden berekend.
Stap 2: bepalen restwaarde
Indien er geen aanleiding bestaat om te veronderstellen dat de onderneming eindig is, wordt uitgegaan van een oneindige levensduur. In principe betekent dat tevens dat u een oneindig aantal jaren dient te prognosticeren. Met een wiskundig ‘trucje’ kunnen we ons die moeite besparen. Aan het einde van een bepaalde prognoseperiode berekenen we een ‘restwaarde’, waarbij wordt uitgegaan van een oneindige constante (of constant groeiende) geldstroom. Hoelang de prognoseperiode dient te zijn, is afhankelijk van de verwachtingen ten aanzien van de geldstromen. De enige belangrijke regel daarbij is dat de geldstroom die we als uitgangspunt nemen voor de berekening van de restwaarde, representatief dient te zijn voor de resterende tijd. De prognoseperiode varieert daarom doorgaans ergens tussen de drie en de tien jaar. In sommige gevallen kan de restwaarde direct ingaan omdat verwacht wordt dat de verwachte geldstroom voor het eerste jaar reeds stabiel is en representatief voor de verdere toekomst.
Stap 3: disconteringsvoet
Tot slot moeten de toekomstige geldstromen worden vertaald naar de waarde die deze op het moment van waarderen vertegenwoordigen. Dit gebeurt met de zogeheten disconteringsvoet. Hierbij zijn twee zaken van belang: de tijdwaarde van geld (rente) en het risico.
Ondernemingen zijn meestal gefinancierd met zowel eigen als vreemd vermogen. Mensen die dat vermogen ter beschikking stellen, doen dat op grond van de verwachting dat daarmee een zeker rendement kan worden gehaald. De rechtvaardiging daarvan ligt in het feit dat het ter beschikking gestelde vermogen ook op een andere manier had kunnen worden aangewend, bijvoorbeeld door het op een spaarrekening te storten. Indien het direct wordt geconsumeerd ontstaat onmiddellijke bevrediging van behoeften. Nu wordt als het ware indirect geconsumeerd, waardoor vertraging in de bevrediging van behoeften ontstaat. Het verwachte rendement is de vergoeding voor die vertraging en het risico dat daarmee gepaard gaat. Uitstel van genot levert groter genot; dit is de tijdwaarde van geld. Bijvoorbeeld: een rente van 5% geeft aan dat € 1,05 over een jaar u net zoveel waard is als € 1 nu. Zekerheid over de daadwerkelijke ontvangst heeft u meestal niet. Daarom moet u deze rente verhogen met een opslag voor het risico dat u loopt. Voor risicovolle ondernemingen geldt een hoge opslag. Voor bedrijven die hun bestaansrecht hebben bewezen, een lage opslag.
Tot slot
Het zal duidelijk zijn dat deze uitgave geen recht kan doen aan de vele, vaak complexe, situaties die bij het waarderen voorkomen. Ook is niet ingegaan op andere specialismen die naast het waarderen van belang zijn. Te denken valt aan fiscaliteit, recht en accountancy. De menselijke aspecten mag u uiteraard ook niet uit het oog verliezen; na aan- of verkoop van uw bedrijf ontstaat een ander leven. Waarderen is veelomvattend. Wij zijn u graag behulpzaam bij het uitzetten van de koers naar toegevoegde waarde.
Zie ook
Bedrijfsoverdracht
Waardebepaling van uw onderneming
Waardebepaling van uw aandelen
De vergeten waarde bij het doorschuiven van de aanmerkelijk belang belastingclaim bij echtscheiding
Zie ook
Heb ik als ondernemer een accountant nodig?
Hoe financier ik mijn bedrijf?
Hoe schrijf ik mijn bedrijfsmiddelen af?
Kan ik gemakkelijk geld lenen bij de bank?
Kom ik in aanmerking voor subsidies?
Moet iedere ondernemer een jaarrekening opstellen?
Moet ik als (beginnend) ondernemer een BV oprichten?
Moet ik een andere rechtsvorm voor mijn bedrijf kiezen?
Van welke fiscale mogelijkheden kan ik als ondernemer gebruikmaken?
Verlagen investeringen mijn winst?
Waar krijg ik juridisch advies?
Waar moet ik op letten bij het inzetten van freelancers?
Waarmee krijg ik te maken als mijn werknemer ziek wordt?
Waarom willen anderen mijn jaarrekening zien?
Wat heb ik aan een financiële administratie?
Wat is een accountant?
Wat is uw bedrijf waard?
Wat kost een accountant eigenlijk?
Welke fiscale verplichtingen heb ik als ondernemer?